Wandelen en afvallen

Nicolaas Klei vatte de basis van zijn afvalsucces goed samen: “Minder schransen, meer wandelen”. En zo werkt het ook. Als je denkt dat je door alleen meer te gaan wandelen snel zult afvallen, heb je het mis. Er moet meer gebeuren. Wil je succesvol en blijvend afvallen dan zal je het wandelen onderdeel moeten maken van een groter plan. Je zult je leefstijl moeten aanpassen, anders zitten die kilo’s er zo weer aan. 

Calorie in, calorie uit

Je hebt je extra kilo’s te danken aan het feit dat je meer calorieën hebt ingenomen dan dat je verbrand hebt. Zo simpel is het. Dat zal je dus moeten omdraaien. Meer calorieën verbranden dan je tot je neemt. Tot je op gewicht bent, dan is het belangrijk om de balans te vinden.

Een deel van de calorieën verbrand je al door gewoon je lichaam aan de gang te houden, daar kan je weinig invloed op uitoefenen. Een ander deel kun je wel verhogen door meer te bewegen. Daar komt het wandelen om de hoek kijken. Voor elk uur dat je wandelt verbrand je gemiddeld zo 350 calorieën. Dat lijkt weinig, maar als je elke dag een uur wandelt, zijn dat per 4 weken bijna 10.000 calorieën. Als je weet dat je 7.000 calorieën moet verbranden om een kilo lichaamsvet te verbranden, kan je uitrekenen dat je bijna anderhalve kilo afvalt door alleen maar te wandelen. Mits je natuurlijk niet meer gaat eten.

Dat je ook iets aan je eetpatroon doet is cruciaal. Het versnelt het afvalproces en zorgt ervoor dat het gewicht dat je kwijt raakt er niet snel weer aan zit. Maar let op! Een crashdieet is niet de oplossing. Daar gaat je lichaam van in de spaarstand en ben je nog verder van huis. De truc is dat je geleidelijk je slechte eetgewoontes overboord zet of vervangt door gezondere eetgewoontes. Doe dit stapsgewijs. Nieuwe gewoontes hebben lange tijd nodig om in te slijten. Te veel ineens veranderen werkt helemaal niet. Dat mislukt al snel en raak je de motivatie kwijt.

Je vraagt je misschien af waarom wandelen zo effectief is om af te vallen en bijvoorbeeld niet hardlopen of naar de sportschool gaan? Daar zijn vele goede redenen voor te geven. Natuurlijk is al het extra bewegen goed, maar wandelen is laagdrempelig, goed vol te houden en je loopt er in de regel geen blessures van op die je van plan afbrengen. Daarnaast is wandelen heerlijk om te doen.

Wist je dat je tijdens het wandelen een ‘gelukshormoon’ aanmaakt? Dat zorgt ervoor dat jij je goed gaat voelen en daardoor nog vaker wilt wandelen. Je gaat je ook beter voelen omdat je conditie verbetert en je fitter wordt. Wandelen door een groene omgeving vermindert stressgevoelens. Kortom, jij gaat beter in je vel zitten waardoor stresseten, eten uit verveling en emotie-eten afneemt. Wandelen doet dus veel meer voor je, dan alleen calorieën verbranden.

Nu beginnen

Het mooie van afvallen door wandelen is dat je meteen kunt beginnen. Trek gemakkelijke schoenen aan en wandel je voordeur uit. Kijk hoe het er voorstaat met je wandelconditie en maak een plannetje om dat stap voor stap te verbeteren. Wandel elke dag een stukje verder. Bedenk tijdens je wandeling welke ongezonde eetgewoonte je het eerst gaat aanpakken. Vervang bijvoorbeeld je koekjes bij de thee door fruit of ban de droppot uit je huis. Jij weet precies waar het bij jou fout gaat. Pak dat aan, maar in kleine stapjes. Begin niet morgen, maar nu.

Iedereen heeft weleens een terugval. Dat is helemaal niet erg, mits je daarin niet blijft hangen. Vaak werkt het zo dat je brein je laat denken dat het nu allemaal verloren is. Dat is natuurlijk onzin. Wees mild voor jezelf en pak de draad meteen weer op. De Amerikaanse gedragsdeskundige James Clear geeft als tip voor gedragsveranderingen: mis nooit twee keer. Eén keer het wandelen overslaan is natuurlijk geen drama. Eén keer een appeltaart eten na een wandeling ook niet. Maar dat twee keer achter elkaar doen, is het begin van een nieuwe, ineffectieve gewoonte. Anders gezegd: een keertje terugvallen is niet het probleem, geloven dat je het er dan net zo goed maar bij kunt laten zitten wel.